Daar echter dat bloembollenbedrijf niet kon worden aangekocht, werd toch naar een eigen bedrijf gezocht en in mei 1970 gevonden aan de Middenvliet te Julianadorp.
Zijn interesse voor bestuurszaken kreeg hij van huis mee, Vader en ooms waren actief in gemeenteraden, de boerenleenbank,
Kerk- en schoolbesturen.
Komen werd in 1973 benaderd door het bestuur van de plaatselijke afdeling van de VVD om zich kandidaat te stellen voor de Gemeenteraad en wel speciaal vanuit het landelijk gebied van Den Helder na het overlijden van zijn voorganger Eriks. Zo werd Komen in september 1974 geïnstalleerd als raadslid.
Meerdere malen heeft hij zich in de raadszaal laten horen. Als tegenstander van het bebouwen van Drooghe Weert diende Komen in september 1980 een initiatief voorstel in om te komen tot een heroverweging van dat gebied. De toenmalige wethouder Gerard van den Bosch (CDA) betitelde een debat hierover als een voor hem onaanvaardbaar. Door andere partijen genoemd als het ‘zwaaien’ en door Komen betiteld als het ‘groeten’ met de portefeuille.
Een door Kees Komen ingediend initiatief voorstel inzake de aanleg van een ijsbaan ten oosten van Julianadorp haalde het met algemene stemmen.
In 1988 was Komen nog gemeenteraadslid, bestuurslid van de Katholieke Land- en tuinbouwbond, de openbare bibliotheek en exploitatie schouwburg. In dat jaar werd hij gekozen tot lid van de Provinciale Staten van de provincie Noord Holland.