Algemene beschouwingen Kadernota 2017

Voorzitter, Voor ons ligt de Kadernota 2017-2020. Een memorabel moment. Immers, de afgelopen twee jaar hebben we geen Kadernota behandeld en voor velen werd dit als een gemis ervaren in onze planning en control cyclus.


En dan ligt er ook een Kadernota nieuwe stijl. Met een nieuwe programma-indeling, het aangeven van de doelstellingen met doelenbomen en beschrijving van de autonome en nieuwe ontwikkelingen hetgeen uiteindelijk leidt tot overzichtelijke staatjes met de structurele en incidentele ruimtevragers. Geheel volgens de wens van de gemeenteraad met een compliment voor het college en de ambtelijke organisatie die zich hebben ingespannen deze nieuwe opzet voor elkaar te krijgen en thans te kunnen presenteren. De VVD kan zich in ieder geval vinden in deze opzet.

Een gezonde (en dus sluitende) begroting is de basis voor een mooi Den Helder, waar het goed werken, wonen en verblijven is. Het zal duidelijk zijn dat de VVD vooral de aandacht richt op het eerste aspect. Werk. Om iedereen volwaardig mee te laten doen aan de samenleving is voldoende werkgelegenheid onontbeerlijk, alle discussies en luchtballonnen over een basisinkomen ten spijt. Alleen ondersteund door brede schouders ben je in staat voorzieningen in stand te houden en wordt bereikt dat zorg en ondersteuning geboden kan blijven worden voor diegenen die deze echt nodig hebben.
In dit kader zal de VVD blijven hameren op: financiële deugdelijkheid, economische ontwikkeling en bereikbaarheid. En dat alles met het doel de leefbaarheid in onze gemeente en regio op peil te houden en te verbeteren.


Ik citeer: “Den Helder is dé centrumgemeente van de Kop van Noord-Holland, met goede en diverse werkmilieus, plezierige en veilige woonmilieus, een breed en kwalitatief goed voorzieningenniveau, een aantrekkelijk en levendig stadshart en een adequate infrastructuur.” (letterlijk uit onze strategische visie)
Dit alles kan alleen bereikt worden door het voeren van een gezond financieel beleid waarbij er jaarlijks niet meer wordt uitgegeven dan er jaarlijks binnenkomt, de risico's beheersbaar blijven en je het liefst ruimte blijft creëren om ook te kunnen investeren in nieuw beleid. Daarvoor is het nodig dat reeds ingezet beleid met kracht uitgevoerd en afgerond wordt.
De doelstellingen van de Strategische Visie zijn onverminderd nog van kracht. Dat hebben we nog niet zo lang geleden opnieuw met elkaar uitgesproken en afgesproken. De resultaten van de investeringen in het Stadshart zijn onmiskenbaar zichtbaar en het is nu zaak dat er doorgepakt wordt. Dat houdt voor ons in dat het Uitwerkingsplan Stadshart volledig wordt uitgevoerd, weliswaar tegen het licht gehouden van de actuele ontwikkelingen als het gaat om de wijze van uitvoering, maar volgens de ooit vastgestelde visie waarvan de uitgangspunten onveranderd zijn:


 * Het aanbieden van een ruime keuze aan woningen
 * Het verbeteren van het voorzieningenniveau
 * Het concentreren en versterken van het kernwinkelgebied
 * Verbetering van de bestaande woonomgeving


En dit alles door goede samenwerking met alle partners met name die vertegenwoordigd zijn in, en samenwerken met, Zeestad.


Wij zijn gelukkig met de, afgesproken, algemene beleidslijn bij (incidentele) meevallers en ruimte in de begroting om de volgende prioriteitsvolgorde te hanteren:


1. De ratio weerstandsvermogen op het gewenste minimumniveau (1.0?) brengen.
2. Een buffer voor het Sociaal Domein vormen tot maximaal 10% van het totale budget tbv het Sociaal Domein.
3. Het aanvullen van de reserve strategische visie ten behoeve van investeringen in in “de Kop werkt”, onze bereikbaarheid en het verder aantrekkelijker maken van ons Stadshart.


Over de relatie van de weerstandsratio met de Buffering sociaal domein en de hoogte algemene reserve hebben wij reeds vragen gesteld. De vraag luidde even simpel gesteld: als er een buffer wordt gecreëerd voor de mogelijke risico's binnen het sociaal domein, betekent dit dat een dekking van dit risico niet meer hoeft mee genomen te worden in de algemene reserve?
En wij zijn blij met de beantwoording van deze vraag door het college en zien de uitwerking van die beantwoording graag vertaald richting de begrotingsbehandeling. Want dit betekent dat hiermee meer dan voldoende ruimte is om het lijstje van incidentele ruimtevragers volledig te dekken even afgezien van het feit welke prioritering er door partijen aan de diverse onderwerpen zal worden gegeven en welke nieuwe incidentele ruimte vragers er ongetwijfeld nog ten tonele zullen worden gebracht. Wij zullen dat in ieder geval niet doen en kunnen akkoord gaan met de voorgestelde lijst maar zullen elke andere wens of andere prioritering, mits voorzien van financiële dekking, op zijn liberale merites beoordelen. Wel heeft de reserve strategische visie onze hoogste prioriteit omdat wij ook graag verder willen investeringen in “de Kop werkt” en in de instandhouding van onze zee- en luchthaven alsmede de bereikbaarheid ervan zoals die van de industrieterreinen en ook Willemsoord via Buitenveld.

Dat brengt ons automatisch op de structurele ruimte die onzes inziens in de begroting zit. Met een jaarlijkse omzet van ruim 100 miljoen in het Sociaal Domein, het in staat zijn binnen de afgesproken begrotingsdiscipline naar een buffer toe te werken van ongeveer 10 miljoen (zeg maar een post van 10% onvoorzien om risico’s te dekken), zou je - gelet op de onderbesteding binnen bepaalde programma's - kunnen constateren dat je met ingang van 2017 jaarlijks door onderbesteding (ca 9 miljoen in 2015) structureel veel geld overhoudt hetgeen zou kunnen worden ingezet om alle structurele ruimtevragers zoals die nu in de Kadernota 2017-2020 worden genoemd te dekken. Ook binnen de structurele ruimtevragers staan immers onderwerpen die onlosmakelijk zijn verbonden met de reikwijdte van, en binnen de werking van, het Sociaal Domein hetgeen dus niets afdoet aan het uitgangspunt dat het lokale uitgavenniveau moet passen binnen het budget van de Rijksinkomsten. Wij zien dit richting de begroting graag nader uitgewerkt. Maw. Hoe verhouden de onderbestedingen zich nu met de wettelijke taken en de taken die we volgens inmiddels vastgesteld beleid op dit terrein moeten uitvoeren en voldoen we daarmee aan al onze verplichtingen? Dit is ongetwijfeld een vraag die ook bij andere partijen leeft.
(iets over sociaalste gemeente van NHN?)


Voorzitter,

Ik denk dat wij hiermee ons kader hebben aangegeven.
Resumé: de ruimte in ons weerstandsvermogen inzetten om incidentele ruimtevragers te dekken en structurele ruimte in de begroting benutten die er naar onze mening is maar afhankelijk gesteld moet worden van een verdere zoekopdracht die wij dan als raad aan college meegeven als het gaat om het antwoord op de vraag of we wellicht niet te ruim aan het begroten zijn.
De VVD vindt dat deze Kadernota heel goed de basis biedt voor een verdere discussie hierover richting begroting.

Dank u wel.