https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/dmf20231026_56487748
Delano Weltevreden Vandaag om 08:40 DEN HELDER
VVD vindt de kritiek van Behoorlijk Bestuur (BB) op ontwikkelbedrijf Zeestad onbegrijpelijk. Het pleidooi voor ontmanteling van de organisatie slaat volgens VVD’er Kees Visser helemaal nergens op.
Sylvia Hamerslag, fractievoorzitter van BB, heeft een motie aangekondigd waarin wordt gevraagd om het opheffen van het ontwikkelbedrijf dat de stadsvernieuwingsplannen al vijftien jaar uitvoert.
Zeestad is door de provincie Noord-Holland en de gemeente Den Helder opgericht om de stedelijke vernieuwing van Den Helder te ontwikkelen en uit te voeren. De gemeente moet dit jaar nog beslissen wat de rol van Zeestad na 2023 wordt. Omdat er nog projecten lopen die het ontwikkelbedrijf moet afmaken, heeft het college in de begroting 900.000 euro voor Zeestad opgenomen.
Behoorlijk Bestuur vindt Zeestad te duur en niet transparant. Wat BB betreft neemt de gemeente weer de regie in eigen hand. Volgens de grootste oppositiefractie voert Zeestad projecten uit van onder meer Woningstichting en heeft de gemeenteraad daar geen invloed op. Als voorbeelden noemt BB het plan Dijkkwartier en het plan De Kleine Werf voor een hotel op Willemsoord. Het uitvoeren van ’geldverslindende projecten’ is volgens de fractie ’onaanvaardbaar’ en moet ’een halt worden toegeroepen’.
Verkeerde keelgat
De kritiek van BB op Zeestad is VVD’er Kees Visser in het verkeerde keelgat geschoten. „Wij zijn verbaasd over deze oproep. De stedelijke vernieuwing heeft de afgelopen jaren vorm gekregen, veel projecten zijn samen met het Rijk en de provincie in gang gezet. De stad is volop in ontwikkeling: het Stadspark, het V&D-gebouw, Halter Bellevue, de kop van de Beatrixstraat, de Koningstraat, het Molenplein, de horeca op Willemsoord, de dijkzone en Nieuw Den Helder... De verplaatsing van de horeca naar Willemsoord kost ons geen geld. Net als een woningbouwproject de gemeente eerder geld oplevert dan dat het ons geld kost. Het hotel op Willemsoord past gewoon binnen het huidige bestemmingsplan. Het zou onbehoorlijk zijn als de gemeente een vergunning zou weigeren.”
Dat Zeestad niet transparant is, klopt volgens de VVD’er van geen kant. „Rond het uitwerkingsplan stadshart is er veel burgerparticipatie geweest. Alle bestemmingsplannen naar aanleiding van dat uitwerkingsplan zijn met inspraak tot stand gekomen en uiteindelijk heeft de gemeenteraad die bestemmingsplannen goedgekeurd. Dat Behoorlijk Bestuur Zeestad te duur vindt, is ook onbegrijpelijk. Als je kijkt naar de totale begroting van Den Helder, gaat er nog niet eens een miljoen structureel naar projecten in verband met de stedelijke vernieuwing. Een fractie van onze totale begroting. Nu wordt er een bijdrage gevraagd van 900.000 euro, daar heeft de VVD ook vragen over gesteld. We willen het best beschikbaar stellen, maar kom dan met een plan waar je het aan gaat uitgeven.”
Als je Zeestad opheft, moeten de stadsvernieuwingsplannen nog altijd worden uitgevoerd. Behoorlijk Bestuur vindt dat de gemeente de regie terug moet nemen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, vindt Visser: „Die mensen moeten beschikbaar zijn, de kennis en expertise moeten beschikbaar zijn. Het is tegenwoordig ontzettend moeilijk om goede mensen te vinden. We mogen onze handen dichtknijpen dat we Zeestad hebben en dat die kennis en expertise beschikbaar zijn om onze plannen uit te voeren.”
Zeestad 2.0
Opheffing van Zeestad is om een andere reden onverstandig, vindt de voormalige wethouder financiën. „In het coalitieprogramma staat dat we gaan kijken naar de toekomstige rol van Zeestad. We noemen dat Zeestad 2.0. Die zou een rol kunnen spelen in de ontwikkeling van het Maritiem Cluster (de plannen rond de ontwikkeling van het havengebied, red.). Als het Rijk en de provincie geld beschikbaar stellen willen zij niet dat de uitvoering van de plannen afhankelijk is van de grilligheid van de politiek. Daarom is Zeestad indertijd opgericht. Ik kan me voorstellen dat dezelfde voorwaarden zullen gelden als de rijksoverheid en de provincie projecten in het havengebied mede financieren.”