Schriftelijke vragen inzake VVV

In de regio Noord-Holland Noord wordt gewerkt aan de realisatie van de destinatiemarketing organisatie (DMO) ‘Holland boven Amsterdam’. Mevrouw M. Klein (kwartiermaker) heeft de commissie Bestuur en Middelen op 24 augustus 2015 hierover geïnformeerd middels een presentatie.

Uit een artikel in het NHD over de instandhouding van de VVV vestigingen blijkt nu dat deze organisatie in 2016 verder gestalte wordt gegeven.

Over de uitvoering is met de ‘Stichting Top van Holland’ in het kader van zgn. beleidsgestuurde contractfinanciering afspraken gemaakt. 

Naar aanleiding hiervan stellen wij de volgende vragen:

1. Heeft het college al besloten mee te doen aan de nieuwe DMO organisatie?

a. Zo ja, hoe verhoudt dit zich met de doelstellingen en ambities uit de lopende beleidsgestuurde contractfinanciering met de ‘Stichting Top van Holland’? 

b. Zo niet, bent u voornemens dit te gaan doen en op welke wijze gaat u de raad hierbij betrekken?

2. Op welke manier wordt DMO vanuit Den Helder (financieel) ondersteund?

a. Welke prestaties staan daar tegenover? 

b. Welke contractuele afspraken zijn hierover vastgelegd? 

c. Op welke wijze heeft u ervoor gezorgd dat door Den Helder ingebrachte middelen ook daadwerkelijk aan Den Helder worden besteed? Hoe houdt u hier toezicht op? 

3. Heeft het college aan de Raad van Toezicht van de ‘Stichting Top van Holland’ opdracht gegeven om alle lopende verplichtingen te beëindigen en al het personeel te ontslaan?

a. Zo niet, heeft u op enigerlei andere wijze invloed gehad op bovenstaande? 

4. Ziet het college het niet als kapitaalvernietiging om ‘Stichting Top van Holland’ te ontmantelen, voordat er met partijen (waaronder raad en ondernemers) eerst goede afspraken zijn gemaakt over de voortgang van dit erfgoed?

5. Wat is de positie van city marketing in dit verhaal en wat gebeurt er met de gebundelde inzet van lokale ondernemers verenigd in de ‘Stichting Ondernemen aan Zee’? 

6. Wat is de mogelijke input - organisatorisch en financieel - vanuit ‘De Kop Werkt’ in de DMO?

7. Welke gevolgen heeft deze ontwikkeling voor het merk “VVV”?

8. Wanneer en op welke wijze gaat u de raad betrekken bij deze ontwikkeling?

   
Namens de fractie van de VVD, 

   
Jan Klopstra.